Leif Eriksson is een van de meest prominente figuren in de nieuwe Netflix-serie Vikings: Valhalla, het vervolg op het immens populaire Vikings. Maar wie was deze ontdekkingsreiziger écht? Wij vertellen je zijn verhaal.
Zoon Erik de Rode
In het algemeen wordt aangenomen dat Leif Eriksson omstreeks het jaar 970 werd geboren in IJsland en de zoon was van Erik Thorvaldsson, beter bekend als Erik de Rode. Hij was een ontdekkingsreiziger van Vestlandet, een ‘vogelvrij’ persoon (dat wil zeggen: iemand zonder burgerlijke en publieke rechten) en zélf de zoon van een vogelvrije, Thorvald Asvaldsson. Leifs moeder heette Thjodhild.
Erik Thorvaldsson stichtte twee Noorse kolonies op Groenland: de Westelijke Nederzetting en de Oostelijke Nederzetting, zoals hij ze zelf noemde. In zowel De Saga van Erik de Rode als Het Boek der Landname wordt beweerd dat Leifs vader en moeder elkaar ontmoetten op IJsland én dat ze daar in het huwelijksbootje (lees: het huwelijks-Vikingschip) stapten. Eriksson had twee broers, Thorvald en Thorstein, en een halfzus, Freydis. Op latere leeftijd trouwde hij met een vrouw genaamd Thórgunna en met haar kreeg hij een zoon: Thorkéll Leifsson. Leif wordt gezien als de eerste Europeaan die, bijna 500 jaar eerder dan Christoffel Columbus, voet zette op Noord-Amerikaanse grond.
Waargebeurde verhaal van Leif Eriksson
Op een gegeven moment verbleef Leif Eriksson in Noorwegen, waar hij zich liet bekeren tot het christendom, zoals veel Noren in die tijd. Dat gebeurde in opdracht van de toenmalige koning van Noorwegen, Olaf I. Eenmaal teruggekeerd in Groenland kocht hij de boot van Bjarni Herjólfsson, een bekende Viking, en besloot hij samen met 35 mannen het land te verkennen dat Bjarni had gezien ten westen van Groenland; hoogstwaarschijnlijk de kust van Canada.
Saga van de Groenlanders vertelt dat Leif en zijn mannen in het jaar 1002 óf 1003 vertrokken om Bjarni’s route te volgen. Het eerste land dat hij vond was bedekt met platte stenen (‘hella’ in het Oudnoors), waardoor hij het Helluland noemde: ‘Land van de Platte Stenen’. Hoogstwaarschijnlijk was dit Baffineiland, een van de Canadese Arctische Eilanden. Daarna meerde hij aan bij een land dat vlak en bebost was, met witte zandstenen. Leif noemde dit Markland (‘Hout-land’). Waarschijnlijk was dit Labrador, een Canadees schiereiland.
Newfoundland
Ook hier bleven Eriksson en zijn bemanning niet lang hangen, ze vertrokken al snel en vonden alwéér nieuw land, dat ze Vinland noemden. Dat was hoogstwaarschijnlijk (een deel van) de huidige Canadese provincie Newfoundland. Daar zetten de ontdekkingsreizigers voet aan wal en bouwden ze een kleine nederzetting, die omgedoopt werd tot Leifsbuðir. De vertaling van deze naam is ‘Leifs opslaghuizen’, wat impliceert dat de nederzetting slechts tijdelijk was.
Leif en co vonden het gebied behoorlijk aangenaam: er waren bessen in overvloed en ook kon er vrij gemakkelijk gevist worden op zalm. Daarnaast was het klimaat er zacht, met relatief hoge temperaturen (weinig vorst in ieder geval) in de winter en het hele jaar door groen gras. Hier besloten ze dan ook te overwinteren, om in de lente terug te keren naar Groenland met een hele lading hout als ‘buit’. Onderweg naar ‘huis’ redde Leif een IJslandse schipbreukeling genaamd Thórir, wat hem op de bijnaam ‘Leif de Gelukkige’ kwam te staan. Hij mocht Thórirs lading immers houden.
Dood
Na zijn ontdekkingsreizen werd Leif naar Groenland teruggestuurd om het christendom te verspreiden, met de hulp van een priester en een leraar. Op Groenland verbleef hij in Brattahlíð, op de boerderij van zijn vader Erik de Rode. In 1019 wordt zijn naam voor het laatst genoemd in de saga’s die zijn overgebleven uit die tijd en naar schatting is Leif Eriksson ergens tussen 1019 en 1025 overleden. In 1025 was zijn zoon Thorkéll in ieder geval het ‘nieuwe’ familiehoofd.
➡ Wie is Wie in Vikings Valhalla
➡ Waargebeurde verhaal Harald Sigurdsson
➡ Waargebeurde verhaal Freydis Eriksdottir